Er is een serie waar ik steeds weer naar teruggrijp: Call the Midwife. En ik bedoel echt elke keer opnieuw. Niet omdat ik de verhalen ben vergeten, integendeel. Ik ken ongeveeer alle afleveringen bijna uit mijn hoofd. Ik weet wie wanneer wat zegt, welke scenes me aan het huilen maken en bij welke ik moet glimlachen. Zelfs al is het de vijfde of zesde of zelfs de dertiende keer dat ik het zie.
Juist dat maakt het mijn comfortserie. Ik kijk deze serie op momenten dat het fysiek niet zo goed gaat. Als ik een operatie heb gehad, als ik moet herstellen, of als mijn lichaam gewoon even pauze eist. Dan weet ik: het is tijd voor Call the Midwife. De serie dwingt me om rust te nemen. Het herinnert me eraan dat ik niet altijd iets hoef te doen. Geen actie, geen plannen, geen druk. Alleen liggen, kijken, ademen en langzaam tot rust komen. Het ritme van de afleveringen, de zachte stemmen, de sfeer van die tijd; het voelt vertrouwd, veilig.
En omdat ik alles zo goed ken, zie ik zelfs de kleine foutjes. Een kledingstuk dat ineens anders zit tussen twee shots. De nepsneeuw die gespoten is midden in de zomer, om toch een winterse sfeer te crieëren in de aflevering . Het zijn details waar je normaal aan voorbijgaat, maar ik zie ze. Misschien juist omdat ik de serie met zoveel liefde en aandacht kijk. Zelfs mijn omgeving weet dat dit mijn serie is. Als ik zeg dat ik weer opnieuw ben begonnen, knikt niemand verbaasd. Het hoort erbij. Ze weten dat ik ‘m al meerdere keren helemaal heb uitgekeken, en dat ik er altijd weer naar terugkeer als ik moet bijkomen. Van pijn, van drukte, van het leven.
Call the Midwife is voor mij meer dan een tv-serie. Het is een stukje thuiskomen. Een zachte deken op moeilijke dagen. En een vriendelijke stem die fluistert: Je hoeft nu even niets, alleen maar zijn. Dankjewel dat je de moeite neemt om dit te lezen. Het betekent veel voor me.
Liefs,
Sharon Roos