Soms weet ik niet wat ik moet zeggen. Niet tegen anderen, maar vooral niet tegen mezelf. Mijn hoofd is vol, maar tegelijk leeg. Er zit van alles, maar ik krijg het niet te pakken. Geen woorden, geen grip. Alles voelt te veel, te groot, te hard en te verwarrend. En dan gebeurt het vanzelf: ik sluit me af. Niet gepland of bewust. Het is gewoon iets wat gebeurt. Alsof mijn lijf besluit nu is het genoeg is. Je moet terug veiligehied crieëren. Alsof ik de deur naar mijn gevoel even moet dichtdoen. Niet met een klap, maar zachtjes en toch duidelijk. Alsof ik tegen mezelf zeg: “Als ik het nu even wegduw; als ik doe alsof het er niet is, dan bestaat het niet.”
Dus word ik stil. Van buiten, maar vooral van binnen. Ik probeer niet te voelen, niet te denken. Ik ga over op automatische piloot. Opruimen. Eten. Werken. Scrollen. Slapen. Herhalen. Doen alsof alles normaal is. In de hoop dat de storm vanzelf overdrijft. Het zijn dagen waarin ik mijn gevoelens negeer en hoop dat ze zich laten wegdrukken. Maar natuurlijk werkt het niet zo!
Na een paar dagen begint het te borrelen. Eerst heel zacht, en onverwachts wordt ik langzaam overspoeld. Een beetje verdriet, een beetje boosheid, een hoop vermoeidheid. Het wordt steeds groter, het stopt maar niet. Alsof ik al die tijd ballonnen onder water heb proberen te duwen, en nu schieten ze ineens allemaal tegelijk omhoog. In mijn keel, in mijn borst, in mijn hoofd. En dan weet ik het weer: je kunt gevoelens niet voor altijd onderdrukken. Uiteindelijk komen ze toch.
En dan wil ik schrijven. Maar ik weet niet waar te beginnen. Mijn hoofd is nog steeds een wirwar, mijn hart is vol. Alles voelt warrig en te veel. Ik kijk naar het lege scherm. Naar de knipperende cursor. En ik denk: “Wat moet ik hier in vredesnaam mee?” Maar ik probeer. Ik begin. Een zin. Dan nog een. En beetje bij beetje komt er ruimte. Niet omdat ik het ineens weet, maar juist omdat ik toegeef dat ik het niet weet. En weet je wat dat is oke.
Ik leer langzaam dat voelen niet gevaarlijk is. Dat verdriet niet betekent dat ik kapot ben. Dat stilte soms nodig is, maar dat het geen oplossing op zich is. Dat afsluiten me misschien even beschermt, maar me uiteindelijk toch inhaalt. En dat hoewel het nu nog het veiligste voelt, niet altijd de slimste keuze is. Dankjewel dat je de moeite neemt om dit te lezen. Het betekent veel voor me.
Liefs,
Sharon Roos