Gedichten schrijven is voor mij een manier om stil te staan bij wat ik voel en meemaak. Woorden helpen mij om emoties, gedachten en herinneringen een plek te geven. Soms komt een gedicht voort uit een mooi moment, soms uit iets moeilijks. Het kan gaan over liefde, verlies, hoop, of gewoon over iets kleins wat me opvalt in het dagelijks leven. Na jaren geen gedichten meer te hebben geschreven, heb ik deze hobby weer opgepakt. Met mijn gedichten probeer ik te luisteren naar wat er in mij opkomt. Elk gedicht is eerlijk en komt recht uit mijn hart. Ik hoop dat anderen zich erin herkennen, geraakt worden of er even bij stil blijven staan. Zoals je ziet is het me gelukt om een nieuw gedicht te schrijven wat ik graag met jullie wil delen!

Binnen en buiten:
De wind huilt wild door smalle straten,
blaadjes vliegen, worden losgelaten.
De bomen buigen diep van kracht,
de hemel scheurt, de dag wacht.
De regen hamert op het raam,
druppels stromen, koud in een baan.
De lucht ruikt zwaar, naar aarde, nat,
mijn hart klopt mee, onrustig, als wat.
Ik voel de storm ook in mijn borst,
een echo van mijn eigen dorst
naar rust, naar stilte, naar wat houvast,
terwijl de wereld schudt en me verrast.
De wind schreeuwt alles wat ik niet doe,
blaast mijn gedachten naar buiten toe.
De takken kraken, kreunen zacht,
alsof de natuur mijn ziel verwacht.
Elke druppel, elk geluid,
voelt als wat binnen in mij fluit.
Ik loop gebogen, jas te dun,
de regen huilt, iets wat ik mezelf niet gun.
Maar dan, een deur, een licht, een huis,
een warme geur, vertrouwd en thuis.
Mijn jas glijdt van mijn koude schouders,
het buitenleven wordt wat ouder.
De kaarsen dansen in het glas,
alsof de wereld nooit zo woest was.
En ik besef met zachte moed,
dat stormen soms ook helen doet.
Want als de natuur zo woest mag zijn,
dan mag ik dat ook, dat is niet klein.
En na het razen, komt altijd weer,
de rust terug, de lichte sfeer.
