Gedichten schrijven is voor mij een manier om stil te staan bij wat ik voel en meemaak. Woorden helpen mij om emoties, gedachten en herinneringen een plek te geven. Soms komt een gedicht voort uit een mooi moment, soms uit iets moeilijks. Het kan gaan over liefde, verlies, hoop, of gewoon over iets kleins wat me opvalt in het dagelijks leven. Na jaren geen gedichten meer te hebben geschreven, heb ik deze hobby weer opgepakt. Met mijn gedichten probeer ik te luisteren naar wat er in mij opkomt. Elk gedicht is eerlijk en komt recht uit mijn hart. Ik hoop dat anderen zich erin herkennen, geraakt worden of er even bij stil blijven staan. Zoals je ziet is het me gelukt om een nieuw gedicht te schrijven wat ik graag met jullie wil delen!

De stem van de winter:
De winter ademt koud vandaag,
het is alsof de wereld ernaar vraagt.
De bomen staan als wachters,kaal en stug,
hun takken kraken en vragen: wanneer kom je terug?
De wind giert wild langs elke straat,
hij grijpt mijn sjaal, hij trekt, hij praat.
Hij snijdt langs wangen, scherp en snel,
zo koud als ijs, luister ik vertel.
De lucht hangt zwaar, een grijze bol,
en onder mijn voeten knarst het dol.
Bevroren aarde kraakt bij elke pas,
alsof de grond mij een verhaal voorlas.
Mijn neus verkleurt, mijn vingers branden,
kou trekt door mijn jas, laat mij langsaam landen.
Het voelt alsof de winter mij wil testen,
het wil weten, ben ik een van de besten.
Toch is er iets in deze rauwe kou,
dat me raakt, diep, alsof ik rouw,
en tegelijk besef: ik leef nog steeds.
De winter toont wat ik soms vergeet.
Want als de wind zo fel kan waaien,
en bomen kreunen zonder te zwaaien,
dan mag ik ook beven, klein en moe,
ik ben natuur, ik doe er toe!
