Thuiskomen na de operatie, voelt niet als thuiskomen

Thuiskomen na de operatie voelt niet als thuiskomen. Niet zoals ik het me had voorgesteld, in ieder geval. Het voelt alsof ik in een leeg huis stap met een lichaam dat niet meer van mij is. Mijn hoofd loopt over en mijn hart doet pijn op plekken die ik niet eens kan aanwijzen.

De eerste dagen thuis waren zwaar. Zwaarder dan ik hardop durf te zeggen. Alles lijkt stil, maar in mij is en was het chaos. Elke keer als ik beweeg en pijn voel, brengt het iets naar boven. En dan bedoel ik niet alleen de fysieke pijn, of wat er de afgelopen weken is gebeurd. Ook oude herinneringen komen terug, dingen waarvan ik dacht dat ik ze al lang achter me had gelaten. Ik word constant geconfronteerd met mezelf. Met mijn verleden. En met de manier waarop ik mezelf al jaren wijsmaak dat ik niet mag zeuren. Dat ik alles alleen moet kunnen. Dat sterk zijn betekent: stil zijn. Niet voelen, niet klagen, niet huilen. Gewoon doorgaan.

Maar de realiteit is anders. Er zijn nu momenten dat ik me alleen voel. Niet gewoon een beetje maar echt eenzaam. Het is alsof ik in een kamer zit waar niemand me hoort roepen. Alsof ik achter een raam zit dat ik niet kan openen. De wereld gaat door, maar ik sta stil. Vast in mijn hoofd. Gevangen in een lijf dat me dwingt om rust te nemen. De makkelijkste manier om mezelf nu te helpen, is hulp vragen. Maar voor mij is dat misschien wel het moeilijkste. Het voelt alsof hulp vragen betekent dat ik faal. Alsof ik dan iets van mijn waarde verlies. Terwijl ik diep vanbinnen gewoon iemand wil die zegt: “Ik ben er. Ik weet dat het zwaar is. Je mag je gevoel bij mij laten zien.”

Ik mis nabijheid. Echte nabijheid. Niet een appje, maar iemand die er gewoon is. Fysiek. Die naast me zit zonder iets te hoeven zeggen. Die me aankijkt en de bij me blijft. Ook als het lelijk wordt. Ik stilval of als ik huil om iets dat ik nog niet kan uitleggen. En dus weet ik: ik zal een van mijn grootste angsten onder ogen moeten zien. Ik zal toch meer om hulp moeten vragen. Misschien wordt het dan vanzelf geen teken meer van zwakte, maar juist van moed.

Toch zie ik, tussen de donkere momenten, af en toe licht. Ik hoor het in een stem aan de telefoon. In een klein gebaar en in het besef dat ik besta voor iemand. En hopelijk, als ik mijn hulpvragen durf te delen, kom ik er vanzelf achter dat ik minder alleen ben dan ik nu denk. Dankjewel dat je de moeite neemt om dit te lezen. Het betekent veel voor me.

Liefs,
Sharon Roos

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *